Quinoa (spreek uit als kien-wa en niet als kie-no-ja zoals ik dat jarenlang heb gedaan), ik weet nog goed dat mijn moeder dat voor het eerst op tafel zette. Het was een jaar of 15 geleden, en volgens mij had nog bijna niemand in Nederland van dit spannende ingrediënt gehoord. Mijn moeder had het in het exotische schap van de supermarkt zien staan en vond het leuk om een keer te proberen. Dus daar zaten wij, broer en zus, aan tafel met een bord gekke balletjes die in je mond openknappen als je erop bijt. Gelukkig heeft mijn moeder het talent om overal iets lekkers van te maken. En toen ze ons vertelde dat het ook nog eens héél gezond is, waren we overtuigd. Quinoa stond vanaf dat moment regelmatig op het menu. Sinds een aantal jaren heeft quinoa nog veel meer harten weten te veroveren. En dat is niet zo vreemd. Het is namelijk ontzettend lekker, ideaal voor mensen die geen gluten eten, op allerlei manieren klaar te maken, verkrijgbaar in verschillende kleuren (geel, rood, bruin en zwart) en licht verteerbaar. Maar eigenlijk heeft quinoa zijn populariteit vooral te danken aan het feit dat het zo verdomde voedzaam is. Een klein bakje bevat al zoveel voedingswaarden dat het bijna volstaat als een volledige maaltijd. Lees hier meer over de Wondere Wereld van voeding.
De naam quinoa betekent ‘Moedergraan’ en is afkomstig uit de oorspronkelijke taal van de Inca's die de zaden kookten en aten als vervanging voor rijst. Al in die periode beschouwde men quinoa als een heilig, zeer speciaal voedingsmiddel en werd het geprezen om zijn uitzonderlijke voedingswaarde. Gekookt krijgt quinoa een bijzondere en knapperige textuur. De smaak is, net als rijst en couscous, vrij neutraal en combineert daarom makkelijk in verschillende gerechten.
Op dit moment doen we aan house-sitting voor kennissen die op vakantie zijn en hun tropische paradijsje voor een aantal weken aan ons hebben toevertrouwd. We genieten volop van alle luxe die dit huis te bieden heeft; een zwembad, buitendouche, grote loungebank, hangmatten in de schaduw - het is er allemaal! Zoveel tropische pracht maakt je hongerig, dus ik had zin in een voedzame salade. Dit recept is heerlijk, exotisch, bijzonder en gevuld met ingrediënten die goed voor je zijn. De zoetzure granaatappelpitten combineren perfect met de verse kruiden in dit gerecht. De citroen zorgt voor frisheid, de rozijnen zijn heerlijk zoet en de feta romig en zout. Dit gerecht is perfect in balans, op alle mogelijke vlakken. Probeer het zelf; sluit je ogen, neem een hap en waan jezelf op een tropisch eiland. Zie je? Het werkt echt!
Ingrediënten, 4 personen
300 gram quinoa * 1 bosui, fijngesneden * 85 gram rozijnen * 100 gram feta, in blokjes * pitten van 1 granaatappel * 85 gram amandelschaafsel, geroosterd * klein bosje koriander, mint en peterselie * sap van 1 citroen * 3 el. olijfolie van goede kwaliteit * zout en peper
Bereiding
- Kook de quinoa volgens de aanwijzingen op de verpakking. Snijd ondertussen de koriander, mint en peterselie fijn en haal de pitten uit de granaatappel – snijd de granaatappel door midden en klop de pitten eruit door met een lepel op de bovenkant te slaan, ze vallen er dan vanzelf uit
- Giet de quinoa af en doe in een grote schaal om af te koelen. Voeg, zodra de quinoa voldoende is afgekoeld, alle bovenstaande ingrediënten toe en breng verder op smaak met wat zout, peper en eventueel extra citroensap of olijfolie. Deze salade is koud het lekkerst, dus zet hem nog even een half uurtje in de koelkast.
Perfect in combinatie met gegrilde vis en zelfgemaakte tzatziki!