Dit recept is oorspronkelijk van mijn moeder – maar ik heb het ondertussen al zo vaak gemaakt, en er mijn eigen draai aan gegeven dat het nu ook echt ‘mijn’ recept is geworden. Laatst maakte ik deze visrolletjes voor mijn neef, die me de dag erna belde voor het recept. Ook hij maakt ze nu regelmatig, op zijn eigen manier. En dat is dus precies wat ik leuk vind aan koken. Er zijn zoveel klassieke gerechten, maar toch smaken ze nooit helemaal hetzelfde, omdat iedereen er zijn eigen draai aan geeft. En eigenlijk maakt het niet uit hoe je iets klaarmaakt, als het uiteindelijk maar verdomde goed smaakt.
Dit gerecht heb ik al zo vaak gemaakt, en toch smaakt het iedere keer weer net iets anders. Dat komt omdat ik meestal uit de losse pols kook, en vaak ook kijk wat ik nog in de koelkast heb liggen. De basis blijft wel hetzelfde; goede kwaliteit witvis, sjalotten die je met azijn bakt (het absolute geheime ingrediënt van deze saus, niet verder vertellen), kappertjes, citroen en room. Met de kruiden en verhoudingen kan je eindeloos experimenten, of je kan de vis niet rollen maar gewoon als filet serveren. En soms (als ik echt in een gekke bui ben) dan maak ik de visrolletjes met broccoli en puree. Dat kan natuurlijk ook.
Dus - nu komt de moraal van dit verhaal. Ik hoop dat jullie bij het maken van dit recept (en natuurlijke alle andere recepten) jullie gevoel gebruiken en het eigen maken. Durf te experimenteren, en als het fout gaat, on s'en fout!! Zorg gewoon dat je altijd instant-noodles en erwtensoep in je voorraadkast heb liggen, dan zal je ook niet verhongeren.
Ten slotte nog even mijn favoriete quote; koken is een kunst, geen wetenschap. Dus hup hup keukenprinsen- en prinsessen, aan de slag!
Visrolletjes met wilde rijst en haricots verts
Ingrediënten
2 sjalotten, in dunne ringen
300 gram witvis (kabeljauw/tilapia/pangasius)
olijfolie
1 el witte wijnazijn
125 ml room
125 ml melk
handje gehakte peterselie
sap van 1 citroen
1 tl kappertjes
zout en peper
voor erbij: (wilde) rijst en haricots verts (of gewoon sperziebonen)
satéprikkers
Bereiding
Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking, en kook de haricots verts gedurende 5 minuten zodat ze nog knapperig zijn. Snijd de vis in de lengte in plakken, besprenkel met zout en peper en leg wat peterselie in het midden. Rol de vis op en duw er een prikker doorheen.
Verwarm een scheut olijfolie in een koekenpan. Doe de sjalotten erbij en fruit deze ongeveer 1 minuut op middenhoog vuur. Schenk vervolgens de azijn bij de sjalotten, en bak ze ongeveer 3 minuten totdat ze zacht en glazig zijn. Schenk de room + melk in de pan en breng aan de kook. Zet daarna het vuur wat lager. Voeg het citroensap, zout en peper, kappertjes en een handje peterselie toe aan de saus en roer door. Leg vervolgens de visrolletjes in de saus en laat de vis in ongeveer 3 minuten per kant gaar worden (door de satéprikkers kan je de rolletjes makkelijk omdraaien). Proef de saus; moet er nog wat zout bij? Of wat extra citroen? Als de saus iets te dik is kan je er nog wat melk bij gieten, als de saus te vloeibaar is kan je de visrolletjes eruit halen en de saus op hoog vuur laten inkoken.
Leg de rijst en haricots verts op een bord met de visrolletjes ernaast. Schenk de saus over de rijst en haricots verts en besprenkel met extra peterselie, kappertjes en evt. citroensap.